Tussen het sombere nieuws op tv, was er plotseling een lichtpuntje: de Keukenhof gooit zijn poorten open voor het publiek. De lente gaat nu echt beginnen! Er kwamen beelden van bloemperken met hyacinten, narcissen, tulpen, blauwe druifjes en andere lentebloeiers voorbij. Moeder Natuur had haar beste beentje voor gezet en een palet aan vrolijke tinten over de aarde uitgestrooid.
Op hoge hakken dribbelde de strenge ‘sergeant’ van naailes door de gangen van de huishoudschool waar ik de opleiding tot huishoudkoningin volgde. Haar suikerspin-kapsel danste op en neer, als een wiebelend vogelnestje. Ondanks haar ijzeren discipline – scheve naden of slordige zomen werden niet getolereerd – wist ze toch een vonk van passie voor het naaien in me aan te wakkeren. Het was het begin van een puberale droom: ik wilde modeontwerper worden, de opvolger van Nina Ricci.
De badkamer bood flink wat ruimte. Er stond een badkuip tegen de linker muur, met daarboven een douchekop en nog hoger een straalkacheltje, opgehangen door mijn vader. Het apparaat zorgde ervoor dat zelfs de koudste winterdagen tropisch aanvoelden. Het is eigenlijk best grappig dat ik me nog kan herinneren dat op die specifieke dag de lucht strak blauw was en de zonnestralen vrolijk door het raam naar binnen dansten. Genietend van het warme water – daar heb ik dan weer geen actieve herinnering aan, maar wie gaat er in koud water zitten? – zag ik mijn borstkas en nam een besluit: ik moet een behaatje.
Mijn vriendin Nina en ik zijn vorige week naar Schoonhoven geweest, de Zilverstad van Nederland. Normaal gesproken ben ik als een ekster, altijd gefascineerd door alles wat glimt en blinkt. Echter, dit keer was het niet het zilver dat ons lokte. Ons doel was ons vertrouwde stekje aan de Lek, bij hotel-restaurant Belvédère. Daar serveren ze kroketten met brood waar je spontaan van gaat watertanden.
Als fervent liefhebber van de Belgische Ardennen, scrol ik regelmatig door VisitWallonia op Instagram, waar de meest betoverende kiekjes voorbij komen. Prachtige watervallen, dorpen die zo pittoresk zijn dat ze me doen denken aan sprookjesachtige taferelen, en onlangs zag ik een mooie afbeelding van een roedel herten. Dat beeld bracht me terug naar een nachtelijk avontuur met mijn vriendin Nina.
Schrijven is mijn absolute passie, gevolgd door tuinieren en koken. Behalve dat ik dagelijks kook voor mezelf, vind ik het ook leuk om mijn creaties met anderen te delen, vooral als mijn vriendin langskomt. Samen hebben we een ongeschreven regel om nooit twee keer hetzelfde gerecht te maken, dat houdt het koken spannend en verrassend.
Het is net alsof we allemaal besloten hebben om in de tijdmachine te stappen en terug te keren naar de goede oude tijd. Na jarenlang genieten van cd's en muziek streamen, omarmen we nu massaal de lp. Het argument? Het 'warme geluid' van dat ronde vinylschijfje. Die bijgeluiden van krasjes, tikjes en kraakjes? Ach, nemen we op de koop toe. En ja hoor, ik doe net zo hard mee. Al is bij mij de platenspeler nooit helemaal weggeweest.
Vorige maand boekte ik mijn eerste minivakantie van dit jaar. Samen met mijn zus ga ik een tuinreis naar Sussex en Kent in Engeland maken. Ik kan nu al niet wachten om me te verliezen in de betoverende tuinen rondom Sissinghurst Castle. Maar voordat ons groene avontuur begint, is er iets waar ik al jaren niet meer aan heb gedacht: geld wisselen.
Het plan was gesmeed: vrijdagavond om vijf uur bij eetcafé Lust voor een tapasfestijn met mijn drie vriendinnen. Omdat D., één van het vriendinnenclubje, toch langs mijn huis zou rijden, zou ze me ophalen. Op zich een perfect plan, alleen stond D. twintig minuten vast in een file waardoor onze vertrektijd een gevalletje 'later dan gepland' werd.
Daar was hij dan weer: Blue Monday, de meest 'depridag' van het jaar, bedacht door niemand minder dan Cliff Arnall, een Britse psycholoog die er zelfs een formule voor uit zijn hoge hoed heeft getoverd. Ik vraag me af of die berekening niet even overbodig is als een frituurpan in een fitnesscentrum. Januari is altijd een beetje een tegenvallende maand geweest. De feestdagen zijn voorbij, de goede voornemens zijn gesneuveld, de vakantie lijkt verder weg dan ooit, en de dagen willen maar niet lengen...
Ben jij ook zo iemand die er met mooi weer graag op uit trekt? Ik in ieder geval wel. Al dagen loop ik te fantaseren over een weekendje Parijs. Niet om, zoals voorheen, over Cimetière du Père-Lachaise, Montmartre of de Champs-Élysées te slenteren. Dit keer lonkt iets anders: de befaamde boekenstalletjes.
Het hoofdgebouw stond aan het einde van een lange laan. Om daar te komen, liep je over een recht pad met charmante moestuintjes aan weerszijden. Elk perceeltje was precies even groot, één bij anderhalve meter, keurig aangelegd als perfecte lappendekens. Na die rijen groentetuintjes volgden de schooltuintjes, die er minder mooi uitzagen. Daar lag mijn stukje Rotterdam.
Het Rond, zo heette onze vaste kampeerplek op de camping. Voor die naam was niet veel creativiteit nodig, want te midden van nog negen andere caravans vormden we werkelijk een cirkel. In die negen andere kampeerwagens klonk een bonte mix van dialecten en elke familie had zo zijn bijzonderheden.
Het water liep me in de mond. Op de dessertkaart die de ober met een theatrale zwaai op tafel had gelegd, stond een scala aan exquise nagerechten. Ik betreurde meteen mijn keuze voor het voorgerecht: een hemelse pompoensoep, gevolgd door een hoofdgerecht met perfect gebakken zeewolffilet en een overdosis aan bijgerechten. Mijn vriend aan de overkant aaide zuchtend zijn buik, overduidelijk verwikkeld in hetzelfde dilemma.
In mijn jeugd hadden mijn ouders als topprioriteit: ervoor zorgen dat hun kroost veilig buiten kon spelen. Thuis was dat lastig, onze straat was net een snelweg met auto's die voorbijraasden als gekken. Gelukkig bracht een Constructam caravan, een typisch staaltje Belgische degelijkheid, de oplossing. Met een auto voorzien van een trekhaak, stonden we klaar voor grenzeloze vrijheid. Tot we een fantastische plek ontdekten op een camping in Amerongen. Onze grote reisplannen werden snel vervangen door wekelijkse kampeeravonturen.
Gisteravond zat ik naar buiten te staren. De romantiek van een met sterren bezaaide hemel bleef een onvervulde wens. Sterren verstoppen zich al jarenlang achter de lichtvervuiling die de stad domineert. De maan was er wel, een volle maan. Terwijl ik naar de nachtelijke hemel keek, liet ik mijn gedachten nog eens afdwalen naar het boek dat ik zojuist uitgelezen in mijn boekenkast neerzette, in de verwachting het nog eens te lezen.
In mijn leven heb ik een indrukwekkende collectie angsten verzameld. Muizen, spinnen en ratten – ze hebben allemaal een plek op mijn angstlijst. En wanneer ik onverhoopt opgesloten raak in bijvoorbeeld een lift, gil ik harder dan een tiener op een popconcert. Je vraagt je wellicht af waarom ik deze angsten met je deel? Wel, dat komt door een avontuur dat ik meemaakte in het land van de stokbroden en croissants, Frankrijk.
Afgelopen dinsdag hebben we de twintigste sterfdag van mijn moeder herdacht met een familiediner. Tijdens dit samenzijn brachten we de verhalen die we door de jaren heen hadden gedeeld weer tot leven. Ik vertelde over de zondagmiddagen die ik met mijn ouders doorbracht.
Afgelopen maandag zat ik heerlijk buiten op mijn balkon. Ik genoot van het zonnetje en het schilderachtige panorama van de vijver waaraan ik woon. De herfst onthulde een mooi kleurenpalet, maar de zachte weersomstandigheden en de eenden die vrolijk ronddartelden in het water, gaven eerder de indruk van een lentemiddag.
Wanneer je net als ik aan een vijver woont, krijg je vaak de vraag: "Zitten er ook vissen in?" Het antwoord is een volmondig 'ja'. In onze vijver zwemmen gigantische karpers. Gelukkig zie ik de laatste tijd minder vissers langs de kant om deze majestueuze wezens te vangen. Het was altijd zo'n treurig gezicht: zo'n kolossale karper die bungelde aan een haakje. Eenmaal op de kant, met een gekneusde lip, werd de vis gebombardeerd tot fotomodel. Met dwang moest het dier in allerlei ongemakkelijke poses poseren voor de extatische visser. Zo kon de hengelaar later nog eens met vertedering terugkijken op hetgeen hij aan de haak geslagen had.