Het Rond, zo heette onze vaste kampeerplek op de camping. Voor die naam was niet veel creativiteit nodig, want te midden van nog negen andere caravans vormden we werkelijk een cirkel. In die negen andere kampeerwagens klonk een bonte mix van dialecten en elke familie had zo zijn bijzonderheden.

Zo stond er naar ons een Haagse familie die op vrijdag van station Maarsbergen naar de camping fietste en op zondag in tegenovergestelde richting huiswaarts ging. Tijdens de weekenden hoorden we hoe er in hun caravan voortdurend werd gekibbeld, met het hoogtepunt op de zondagochtenden wanneer de buurman zijn vrouw verbaal belaagde. Was de mondelinge vechtpartij beslecht, dan sprong het viertal op de fiets om Onze-Lieve-Heer elders lof toe te zingen.

Slechts eenmaal waren we getuige van een flits van feestvreugde binnen deze familie. Dat was toen zoonlief zijn rijbewijs haalde en de fietsen werden ingeruild voor een glanzende Renault 16. Een vreugde die snel vervloog door een moment van ondoordachtheid. Op een zondagochtend, na het wekelijkse toneelstuk, wachtte zoonlief naast zijn auto op de rest van het gezelschap om naar de kerk te gaan. Paps verscheen niet veel later met een gezicht dat weinig goeds voorspelde.

Vol ongeloof aanschouwden we vanuit onze caravan hoe de rijbewijsloze buurman achter het stuur kroop en als een onbezonnen coureur de Renault over Het Rond joeg. Stofwolken stegen op, mensen doken in hun caravans, tot de snelheidsduivel na twee rondjes over het zandpad de auto stilzette, met een deuk in het achterscherm van de bolide. Weer hoorden we lelijke woorden uit de mond van onze buurman rollen. Nadat de storm was gaan liggen, vertrok het gezin met zoonlief achter het stuur. Een vredige stilte daalde neer over de camping.

Die middag, rond een uur of twee, keerde de Renault met piepende remmen terug. De buurman, alweer furieus, sprong direct uit de auto en onthulde het nieuwste drama binnen het gezin: “die gozâh”, waarmee hij zijn zoon aanduidde, had zijn auto verkeerd voor de kerk geparkeerd. Paps had zich genoodzaakt gezien dit persoonlijk op te lossen. De achterbumper die scheef hing, getuigde van deze mislukte manoeuvre. De eens zo fraaie bolide was in een dag veranderd in een schadebak.

Nadat de zon onderging en de Haagse familie met hun kibbels was vertrokken, voegde ik nog een vermakelijk hoofdstuk toe aan mijn kampeerverhalen. De anekdote bezorgt me nog steeds een glimlach.

© Sophie Dijkgraaff

Wij maken op deze website gebruik van cookies. Een cookie is een eenvoudig klein bestandje dat met pagina’s van deze website wordt meegestuurd en door uw browser op uw harde schrijf van uw computer wordt opgeslagen.