“Twee nachten logeren in een kasteel, wie wilde zoiets niet?” Deze vraag las ik in het boek Engelenhaar van Bart Chabot. Van Barts levensverhaal stapte ik moeiteloos over naar de beelden die mijn fantasie voorschotelde. Ik zag mezelf rijden in een Lancia Lambda over een lange oprijlaan, op weg naar een prachtig kasteel dat majestueus aan het einde verscheen. Voor de houten toegangsdeuren stond een rits personeelsleden à la Downton Abbey klaar om me te begroeten. Zodra ik uitstapte, werd mijn bagage direct overgenomen door een kofferdrager. Naast koffers had ik een chique gouden kledingrek meegenomen met een garderobe die koningin Maxima niet zou misstaan. Hoe ik dat rek in de cabriolet had vervoerd? Dat vertelde mijn verbeelding niet, maar het was vast een hoop gedoe.

De dagdroom stopte niet na aankomst. De romantische sfeer maakte dat ik me een echte kasteelvrouwe voelde. In de bloementuin achter het kasteel genoot ik van de zoete rozengeuren. Daarnaast bezocht ik in een nabijgelegen dorp een rommelmarkt die net tijdens mijn verblijf was georganiseerd. Soms lacht het geluk me toe. Vooral in mijn dagdromen. Na uren rondstruinen tussen andermans prullaria schoof ik moe maar voldaan aan bij het diner. Heerlijke gerechten werden geserveerd onder glimmende zilveren cloches. De speciaal geselecteerde wijn was verrukkelijk! Zie je het voor je? Ja, mijn dagdroompjes slaan wel eens door. Enfin, na het megadessert trok ik me terug in mijn suite.

De kasteelsuite overtrof mijn stoutste verwachtingen. Er stond een kingsize bed en de badkamer was voorzien van zowel een douche als een sauna en bubbelbad. Het raam boven de hottub bood me een feeëriek uitzicht over heuvels. Af en toe keken een paar bambiogen tevreden mijn kant op. Ik keek dan uiterst gelukkig terug. Toch was er één minpuntje. De handdoeken. Die bezorgen me altijd een probleem. Niet omdat de droogdoeken te klein of niet zacht waren. Met het formaat was niets mis. De zachtheid ook niet, daar kunnen mijn handdoeken nog wat van leren. Die komen altijd stug uit de droger. Met of zonder droogtrommeldoekje. Het probleem is dat er nooit een wasmand in een hotelbadkamer staat, waardoor ik de handdoeken na gebruik op de grond moet gooien. Dat geeft me altijd het gevoel dat ik het hotelpersoneel als sloof behandel. En terughangen heeft geen zin, dan krijg ik mooi geen schone handdoeken meer.

Terug naar het begin van dit stukje. De vraag die Bart stelde kan ik volmondig met ja beantwoorden. Niet alleen vanwege het kasteel, de locatie van het optrekje was op een favoriete plek van Bart en zijn vrouw: de Belgische Ardennen. Als ik ergens graag ben, is het daar!

© Sophie Dijkgraaff

Wij maken op deze website gebruik van cookies. Een cookie is een eenvoudig klein bestandje dat met pagina’s van deze website wordt meegestuurd en door uw browser op uw harde schrijf van uw computer wordt opgeslagen.